Nova, 3 jaar
Jij, mijn kleine Nova, wat ben je een geweldige meid! Je bent zo levendig en ontzettend lief. Je hebt fantasie en kan je een hele dag bezighouden met je eigen spel. Je hebt het meest zachte karakter dat er is en zorgt voor iedereen rond jou. Je grote broer is je grote held en je doet dan ook alles na wat hij doet. Je doet alles wat je grote broer doet, waardoor je precies nog sneller groot wordt dan Nash.
Je praat nog niet zo echt over je gevoelens, wat wel logisch is, je bent dan ook nog maar net 3 jaar. Maar net als bij Nash, schreef ik dit jaar je brief ook aan de hand van de kleurenmonsters. Ik heb ook jou weergegeven in de kleuren van de kleurenmonsters. Een beschrijving van hoe ik jou gevoelens ervaar, hoe jij je gevoelens uit.
Het gele kleurenmonster/Blij: Ik ben bijna altijd blij, Ik lag veel en traantjes laat ik alleen maar als ik mij pijn doe of echt heel moe ben. Maar anders ben ik echt een vrolijke kleuter van 3 jaar. Ik word blij van alles wat ik heb, ik kan dan ook heel lang spelen met mijn speelgoedjes. Het leukste speelgoed vind ik persoonlijk mijn keukentje, zowel binnen als buiten. Potjes vullen en weer leegkappen, koken, moddersoep maken of doen alsof, dat maakt niet uit, als er maar veel potjes bijzitten, dan ben ik tevreden. Ook verzamel ik stenen, daar hou ik van. En van Mia en mijn ander poppemiekes, dat zijn mijn baby’s. Ik zet ook graag thee met mijn servies setje. Ik ga ook elke zaterdag naar de turnles, ik ga nooit graag naar daar, maar als mama mij terug komt halen, dan heb ik altijd een lach tot achter mijn oren. Zeker omdat Lucas en Mare er ook zijn. Nash niet, die gaat al turnen bij de grotere, dus die komt na mij. Maar dus meestal ben ik echt wel heel blij. En als ik een unicorn zie, dat kan mijn dag niet meer stuk.
Het rode kleurenmonster/Boos: Ook ik ben natuurlijk soms al wel een boos, maar dat is normaal, ik ben dan ook een kleuter die alles zelf wil doen en zelf wil kunnen en als dat dan niet lukt, dan moet ik toch wel even boos zijn. Ik word vaak boos op mijn boer, omdat wij nog niet zo goed kunnen samen spelen. Wij willen altijd alles hetzelfde doen en dan hebben we ruzie, maar als mama of papa dan meespelen of ze nemen het speelgoed weg, dan is de ruzie weer snel over. Ik ben soms ook boos omdat ik de iphone niet krijg of omdat ik hem moet uitzetten. Alhoewel ik dat laatste wel vrij goed doe, als ik weet dat het is omdat we moeten vertrekken. Soms ben ik boos op alles en iedereen omdat ik heel moe ben, maar dutjes doen, doe ik niet zo graag, ik ben liever dicht bij mama of papa.
Het groene kleuenmonster/Kalm: Ik ben echt heel vaak de rust zelf. Zelfs als Nash heel druk is, kan ik nog rustig en kalm verder spelen. Soms verlies ik ook wel eens mijn geduld, ook gewoon omdat ik soms eens boos ben. Maar meestal ben ik heel erg kalm. Ik kan ook heel lang met iets spelen, een puzzel, kopjes, potjes, blokken, … Je zal mij niet horen. Ook als mama de speeltafel zet of als we knutselen ben ik heel kalm. Alleen niet als Nash mee speelt, dat komt omdat wij dan ruzie krijgen en dan heb ik verdriet en verlies ik mijn kalmte en ben ik een rode monster. Maar mama probeert dan de speeltafel te splitsen, zodat we samen kunnen spelen, maar elk een eigen bak. Ook als ik eens alleen ben met mama of papa ben ik de rust zelf.
Het blauwe kleurenmonster/Verdriet: Soms heb ik heel veel verdriet, vooral als ik ruzie heb met mijn broer. Ik kan eigenlijk niet zo goed tegen veel lawaai en als Nash boos is dan maakt hij altijd veel lawaai, dat maakt mij verdrietig. Ook als ik mij pijn doe heb ik verdriet, maar dat is toch wel echt normaal. Ik ween heel weinig, maar wanneer ik heel moe ben, bijvoorbeeld na een drukke schoolweek, dan kan ik niet veel verdragen en dan ben ik bij het minste dat fout loopt heel erg verdrietig. Dan is het moeilijk voor mijn mama en papa om mij te troosten. Wat mij wel nog veel troost geeft is mijn tut, mijn dodo en een warm papflesje. Als ik daarbij nog op mama of ma haar schoot mag gaan zitten dan kan ik toch nog troost vinden. Ik word ook soms verdrietig als ik mama of papa heel weinig zie omdat ze moeten werken.
Het roze kleurenmonster/Verliefd: Ik ben een echte knuffel meid, ik krijg graag van iedereen knuffels. In de opvang had ik heel veel vriendjes, die ik nu soms wel mis, ook Melike en Burchu mis is enorm, want die zag ik heel graag. Maar nu ik naar school ga heb ik ook heel veel nieuwe vriendjes. Mijn lievelings zijn voorlopig, Mare, Niene, en Ella, maar ook met de kindjes uit Nash zijn klas speel ik graag. Sep, Féliz, Lenne, Tess. Soms zeg ik tegen mijn mama dat ik een beetje verliefd ben op Simon, dat ik die zelfs al geknuffeld heb. Thuis ben ik op iedereen van de familie verliefd en zeker op mijn neefje Gaston, ik ben altijd blij als hij komt spelen bij ma en pa. Ik zeg ook altijd dat mijn broertje mijn lievelings vriend is. Sticks heb ik ook heel graag, maar liefst vanop afstand. Ik heb niet zo graag dat hij boven op mij komt liggen en lekjes geeft, dat is meer Nash zijn ding.
Het grijze kleurenmonster/Bang: Ik hou net als Nash niet van luide geluiden, ook geluiden die ik niet kan plaatsen of die ik niet ken, daar ben ik bang van. Donder en bliksem gelukkig niet zo echt, maar soms word ik bang omdat Nash bang is. Als hij bang is, dan zegt hij gekke dingen zodat ik ook bang word. Ik ben ook wel bang om alleen te zijn, ik ben heel graag alleen aan het spelen, maar ik moet horen dat mama of papa of iemand anders die ik graag zie en vertrouw bij mij in de buurt is. Als mama aan het strijken is in de andere kamer, dan vind ik dat al te ver, ze moet in dezelfde kamer zijn, dan mag ze wel iets anders doen zoals eten maken, maar ik moet kunnen opkijken en iemand zien. In mijn kamer ben ik niet bang omdat ik een nachtlampje heb en een kalmerende sterrenhemel.
Het gemengde kleurenmonster/???: Meestal ben ik wel heel ok met mezelf, ik kan echt wel goed mijn gevoelens een plaats geven. Ik weet wanneer ik kalm moet zijn, maar natuurlijk ben ik ook nog maar 3 jaar en moet ik dus ook soms gewoon is in de war zijn. Dat gebeurd voornamelijk wanneer ik moe ben. Als ik moe ben dan gaan mijn gevoelens er wel eens alleen vandoor en heb ik even geen controle meer. Dan ben ik moe, wil ik kalm zijn, maar heb ik zoveel verdriet dat ik niet weet hoe ik kalm moet worden, dan word ik dus boos omdat ik niet wil dat iemand helpt om kalm te worden en zo ben ik even ontroostbaar en in de war. Als ik dan uiteindelijk toch toegeef aan mijn vermoeidheid en mijn tut en dodo neem en iemand mij een papje geeft, dan komt stillaan de rust over mij heen en kan ik toch met een gerust hartje verder doen.
Soms doe ik ook gek, dan ben ik niet mezelf, maar doe ik mijn grote broer na. Mijn grote broer is mijn grote voorbeeld en ik doe hem heel graag na, zijn goede gewoontes maar ook zijn minder goede gewoontes.
Dit ben ik, zoals mama mij ziet, uniek zoals ik ben op mijn 3 jarige leeftijd.